Aantekeningen bij de Bijbel: Maleachi 4:1

Maleachi 4:1

SV	Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in brand zetten, zegt de HEERE der heirscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal.
WLC	ס כִּֽי־הִנֵּ֤ה הַיֹּום֙ בָּ֔א בֹּעֵ֖ר כַּתַּנּ֑וּר וְהָי֨וּ כָל־זֵדִ֜ים וְכָל־עֹשֵׂ֤ה רִשְׁעָה֙ קַ֔שׁ וְלִהַ֨ט אֹתָ֜ם הַיֹּ֣ום הַבָּ֗א אָמַר֙ יְהוָ֣ה צְבָאֹ֔ות אֲשֶׁ֛ר לֹא־יַעֲזֹ֥ב לָהֶ֖ם שֹׁ֥רֶשׁ וְעָנָֽף׃
Trans.	3:19 kî-hinnēh hayywōm bā’ bō‘ēr katannûr wəhāyû ḵāl-zēḏîm wəḵāl-‘ōśēh rišə‘â qaš wəlihaṭ ’ōṯām hayywōm habā’ ’āmar JHWH ṣəḇā’wōṯ ’ăšer lō’-y^a‘ăzōḇ lâem šōreš wə‘ānāf:

Algemeen

Zie ook: Annihilationisme, JHWH Zebaot
Obadja 1:18

Overzicht

De dag van het oordeel

Aantekeningen

Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in brand zetten, zegt de HEERE der heirscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal.

Want ziet, Bij de Joodse verplichting om op sabbat drie maaltijden te nuttigen (Talmoed, Shabbat 120a) om gered te worden, slaat de tweede maaltijd volgens de halacha op dit vers, met als verklaring "De reden voor de drie maaltijden van Shabbat komt overeen met de drie hogere staten die de ziel zal hebben in het eeuwige en het echte leven en dat is genoemd 'het leven van de komende wereld' (hayye ha-olam ha-ba) en 'bundel van leven' (tzror ha-hayim)." (Shulchan Shel Arba 1:40).
Want ziet, die dag komt, nl. de 'dag van de Heer' (cf. Joel 2:30-31; Am. 5:18; Obad. 1:15), waarbij het voor de gelovige een dag is van genade en redding; voor de zondaar, een dag van oordeel en vernietiging. Voor zowel Joden (Avot D'Rabbi Natan 21; Traktaat Derekh Eretz Rabbah 2:9) als christenen (Opb. 14:10-11; 20:11-15) is hier geen sprake van annihilationisme.
de toekomstige dag zal ze in brand zetten, Rabbi Shimon ben Lakish is van mening dat de zon alleen geneest in de toekomende wereld, terwijl Abaye het vers interpreteert als verwijzend naar deze wereld (Talmoed, Nedarim 8b).
Die hun noch wortel, noch tak laten zal, Volgens Rabban Gamliel verwijst dit naar de afstammelingen die noch een wortel in deze wereld hebben, noch een tak in de toekomende wereld (Talmoed, Sanhedrin 110b), terwijl elders in de Talmoed dit vers als volgt wordt geïnterpreteerd: "Er zal voor hen geen wortel in deze wereld overblijven, noch zal er een tak voor hen groeien in de toekomende wereld. Dit leert dat de zon zelf in de toekomst zal branden en de goddelozen zal verteren" (Talmoed, Avodah Zarah 4a), waarbij volgens de Tannaïm (de rabbijnse wijzen (10-220 n.C.) wier opvattingen in de Misjna zijn verwerkt) het de straf is voor de zondaars in de toekomstige wereld (Avot D'Rabbi Natan 21; Traktaat Derekh Eretz Rabbah 2:9) en het blijkbaar als een continue vernietiging van de zondaars opvatten.